Schilderij madonna

Schilderijen vergroten suggestibiliteit

Maria die het kindje Jezus voedt is tot in de zestiende eeuw veelvuldig geschilderd en gebeeldhouwd. De zogenaamde ‘Maria Lactans’ is Latijn voor de zogende of met melk voedende maagd Maria. Het moederschap van Maria wordt erdoor beklemtoond.

Schilderij Andrea Solari
Andrea Solari: De maagd van het groene kussen, 1507

Deze  schilderijen en beelden spelen een rol in de hechting aan de kerk en geloofsgenoten. De suggestibiliteit van de gelovigen wordt er door vergroot.

Maria Lactans Complex

Is er verband tussen de rooms-katholieke kerk en hypnose?   

Je zou zeggen van wel want door de eeuwen heen hebben velen, vooral tegenstanders en afvalligen, beweerd dat de kerk en haar dienaren hypnose en suggestie gebruiken om gelovigen aan zich te binden en tot deelname te bewegen. Een beschuldiging die niet alleen de katholieke kerk te beurt viel.  Vooral de laatste decennia is menige sekte beschuldigd van hypnotische praktijken, waarmee  eigenlijk hersenspoelingen bedoeld worden.

Voor zover de beschuldigingen vergezeld werden door bewijzen kwamen die niet verder dan vergelijkingen met hypnotische praktijken en het benoemen van verschijnselen die zouden lijken op de hypnotische trance. Rond 1900 werd onder aanvoering van de Franse artsen A. Liébeault en H. Bernheim betoogd dat hypnose voornamelijk terug te voeren is op suggestie. In het kielzog van die discussie werden kerkelijke rituelen nogal eens uitgelegd als suggestie. In deze visie is de trance een te verwaarlozen bijproduct.

Zijn er fysiologische aanwijzingen om die verwijten te onderbouwen?                       

Als al sprake zou zijn van suggestie zoals die gebruikt wordt in hypnose – suggestie is immers overal – waar zou die dan vandaan komen? Om dat te kunnen vaststellen, is het goed eerst te constateren hoe een suggestie ontstaat. Een theorie is dat suggestibiliteit – de mate van bereidheid om suggesties uit te voeren – afhankelijk is van de hoeveelheid, door die persoon, geproduceerde hormoon oxytocine. Een aangeboden suggestie, in beeld, geur, geluid of beweging, prikkelt de spiegelneuronen. Deze zenuwen komen in actie als ze aangevuurd worden door oxytocine. Bij voldoende oxytocine kunnen spiegelneuronen een gesuggereerd beeld, geluid, of beweging aanvullen of uitvoeren. Vooral  als het gaat om suggesties van menselijke beweging en lichamelijke sensaties worden de spiegelneuronen actief. Ook suggesties in een imaginatie kunnen voldoende zijn om deze neuronen te activeren. Wil bijvoorbeeld de kerk haar gelovigen iets suggereren dan is het zaak dat ze hen rijkelijk van oxytocine voorziet.

Hoe komt een mens aan oxytocine?

Al voor de geboorte maken moeder en kind oxytocine aan. Die is nodig omdat het hormoon stress verlaagt en pijn dempt. Dat kunnen beiden wel gebruiken bij de bevalling. Bovendien zorgt oxytocine ervoor dat de moedermelkproductie op gang komt en – even belangrijk – de hechting tussen moeder en kind mogelijk wordt. Zonder oxytocine geen melk en geen hechting.

Een belangrijke trigger voor oxytocineaanmaak is huid-op-huid aanraking. Direct na de geboorte gaat een kind zo snel mogelijk op zoek naar de moedermelk. Dat doet de baby door de tepels en tepelhoven van de moeder te zoeken met de handjes. Zo voert hij een soort massage uit die een toevloed van oxytocine en melk op gang brengt. Tijdens het voeden kijken moeder en kind elkaar aan. Dat en de glimlach van de baby brengen de oxytocineproductie en de hechting op gang. Voor de hechting  is ook de stem van de moeder belangrijk en met de oxytocine neemt ook de suggestibiliteit toe. Geen wonder dat onderzoeken uitwijzen dat er een situationeel leren optreedt onder invloed van oxytocine. Er is ook grote kans dat de kraamvrouw grote delen van de bevalling vergeet, maar anderzijds blijkt dat oxytocine het onthouden bevordert. Het terughalen van die herinneringen gaat het beste onder dezelfde omstandigheden. Vandaar dat dingen die in ontspannen – oxytocinerijke – omstandigheden geleerd zijn, vaak in stress, – een oxytocinearme situatie –  niet op te roepen zijn.

Als de kerk zorgt voor voldoende oxytocine kan ze met haar suggesties aan de slag. Nu wil het geval dat de kerk bij uitstek wensen heeft voor de lange termijn. Het eeuwig hemels leven is te bekomen door op aarde te leven volgens bepaalde regels. Gelukkig is daarvoor de posthypnotische suggestie beschikbaar en zijn de meeste mensen daarvoor ontvankelijk. Dit zijn suggesties die gaan werken nadat een vooraf vastgesteld signaal afgegeven wordt. Een therapeut kan bijvoorbeeld een astmapatiënt opdragen bij het opkomen van een astma aanval (= signaal) zich te ontspannen, zodat alle spiertjes zich ontspannen enzovoort (posthypnotische suggesties). Een bekend voorbeeld is de film ‘The Manchurian Candidate’. Het is een situatiegebonden leren zoals we ook zagen bij de bespreking van oxytocine en waarschijnlijk gaat het om hetzelfde mechanisme. De liefdevolle bejegening in de oxytocinerijke situatie direct na de geboorte zal ingeprent zijn als posthypnotische suggestie en kan geactiveerd worden bij een volgende oxytocinerijke omstandigheid.

Een belangrijk streven van de kerk is gelovigen aan zich binden. Zien we dat als een hechtingsproces dan begrijpen we dat oxytocine hier goede zaken doet. Termen als God de Vader, moederkerk, heilige moeder, broeders en zusters maken zonneklaar dat de band met de kerk een familieband is en synoniem voor een oxytocinerijk leven. Niet voor niets gaat er veel aandacht uit naar de geboorte van Jezus die volgens de leer navolging verdient.

Opgemerkt moet worden dat oxytocine niet alleen de hechting aan en het vertrouwen in eigen kring vergroot. Wellicht juist daardoor neemt het wantrouwen tegen buitenstaanders toe evenals de neiging de eigen groep te verdedigen. In dit licht zijn de kruistochten en heftige godsdiensttwisten wellicht te verklaren. Ook de heftige vervolging van heksen en ketters verdienen bestudeerd te worden. Wellicht zijn de talloze schisma’s in de Protestantse kerk juist terug te voeren op een gebrek aan groepsbinding door de afwezigheid van zo’n sterk oxytocinemechanisme.

Oxytocine is een voorwaarde voor hechting, maar er zijn suggesties nodig om dat te verzilveren. Natuurlijk biedt preken vanaf de kansel gelegenheid tot talloze ‘opdrachten’. Deze vocale suggesties werden vaak begeleid door visuele suggesties. Beelden en schilderijen waren belangrijke hulpmiddelen om de gelovigen te doordringen van het gewenste gedrag. De Maria Lactans is daarvan een succesvol voorbeeld. De Lactansbeelden werden geplaatst in kerkelijke instituten als ziekenhuizen, kloosters, liefdadigheidsinstellingen, en plaatsen van devotie. De beeltenissen sierden vooral ingangen, hallen en gangen. Als daar iemand binnenkomt en zo’n schilderij ziet kan dat heel goed als trigger fungeren en een scala aan opgeslagen herinneringen activeren.

Schilderij Maria Lactans door Leonardo da Vinci
Maria Lactans door Leonardo da Vinciactiveren. Herinneringen aan de eigen moeder, borstvoeding, melk, huid-op-huid-aanraking, enzovoort zijn herinneringen die als posthypnotische suggesties (ankers) opgeslagen liggen en door de getoonde scène geactiveerd kunnen worden. Moeders die hun baby in het openbaar de borst gaven was een alledaags tafereel en de schilders hadden oog voor de vele details. Veel Lactans tonen bijvoorbeeld Jezus met de handjes royaal op de moederborst wat, zoals we zagen, werkt als een massage om oxytocineaanmaak te activeren.

Ook thuis                                                           

De enorme aantallen kleine Maria Lactansschilderijen bevestigen hun populariteit en gebruik. De afbeelding van Maria Lactans was beschikbaar voor zowel adel als boeren. De werkende klasse kon de zogende Maria vereren in kerken, wegkapellen of met massaal geproduceerde, betaalbare bronzen plaquettes waarin de Maria Lactans in reliëf was afgebeeld en die thuishoorden in de privéruimte van broek- of rokzak. Ook voor thuis waren replica’s voor particuliere devotie beschikbaar. Daar werd in de slaapkamer een altaar ingericht met kandelaars en een wijwaterbakje.

 Suggestibiliteit        

Opmerkelijk is dat de Maria Lactans niet alleen een rijke bron van oxytocine is maar ook een breed scala van visuele aanwijzingen geeft voor een godvruchtig leven. Daarbij is het goed even stil te staan bij een merkwaardige verandering die zich  in de vroege middeleeuwen in de psyche van mensen voltrok. Meer dan in andere tijden traden auto- en massasuggestie op de voorgrond. B. Ch. Ledeboer (Predikant en Dokter 2e jaargang zj) schrijft daarover:

‘Het zijn – om slechts enkele aanduidingen te geven – de tijden van de kruistochten, waarbij de suggestie van den roep ‘God wil het’ in staat was de menigte te drijven naar een zekeren ondergang. Het is de tijd waarin optreden de z.g. Flagelanten, menschen, die in groepen trekken van stad tot stad, waarbij ze zich geeselen op de kerkpleinen en symbolische handelingen verrichten, betrekking hebbende op het leven en lijden van den Heiland. Het is de tijd van de epidemische danswoede (St. Vitusdans) en tenslotte (en dit is in verband met ons onderwerp zeer belangrijk) is het de tijd waarin het kloosterleven bloeit, het kloosterleven, dat – vooral in de vrouwenkloosters – als essentieel bestanddeel bevat: het zich verdiepen in het leven en vooral in het lijden van Jezus. Met onvermoeibare ijver en onovertrefbaar realisme worden de teekenen van zijn lijden voor oogen gesteld en gekoesterd….’

Ledeboer schrijft dit vooral met het oog op in de vroege middeleeuwen voorkomende stigmata. Bedoeld worden de bloedingen en wonden die optreden bij bepaalde personen op de plaatsen waar Jezus deze bij zijn lijden heeft gedragen, namelijk aan handen, voeten, hoofd en zijde.

Interessant is hierbij dat de stigmataverschijnselen een uiting zijn van roomsch-katholieke vroomheid. Voor zover bekend waren er nooit protestantse stigmatadragers en evenmin doet men daar aan Mariaverering. Wetenschappers verklaren de stigmata met autosuggestie. Ze zeggen dat stigmata bloedingen zijn die ontstaan doordat op bepaalde plaatsen de huid een sterkere bloedovervulling vertoont die zo sterk wordt dat uittreden van bloed en serum uit de vaten plaats vindt. Aan het optreden van deze wonden gaan visioenen vooraf waarin intensief een gebeurtenis (namelijk het lijden van Christus) doorleefd wordt waarin de verwondingen ontstaan. Bekend is dat juist de bloedvaten in de huid sterk onder invloed staan van de psyche (bijvoorbeeld blozen) en dat sommige mensen het vermogen hebben om bepaalde voorstellingen en belevingen om te zetten in lichamelijke symptomen.

S. Koster (1956) vermeldt een  voorbeeld van door H. Bernheim hypnotisch veroorzaakte blaren: ’Deze onderzoeker plakte bij een vrouw in somnambule toestand 8 postzegels op de linkerschouder, waar zij zelf niet met de rechterhand bij kon, daarbij suggererend dat het een trekpleister was, waardoor een blaar zou ontstaan. De hypnose begon om 11 uur ’s morgens en duurde tot de volgende ochtend 7 uur. De vrouw werd alleen voor de maaltijden gewekt en werd onafgebroken geobserveerd. Om kwart over acht uur werd het verband afgenomen: er was toen duidelijk een beginnende blaar ontstaan, die later ettering vertoonde, welke na 14 dagen nog bestond. Ook het omgekeerd komt voor, de zogenaamde negatieve blaarvorming, d.w.z. het niet optreden van blaren ten gevolge van hypnotische suggestie, wanneer er werkelijk verbranding geweest is.’

Niet om het mooi

Naast de toegenomen suggestibiliteit in de vroege middeleeuwen nam ook de voorkeur voor het visuele toe. In de sacrale context geloofden middeleeuwse mensen dat het zien een krachtige zintuigelijke activiteit was die hen in contact bracht met een heilige realiteit. Wanneer mensen staarden naar de omhooggehouden Hostie geloofden ze dat ze het lichaam van Christus ontvingen. Het gaat bij de Maria Lactans dus niet om een gelijkenis of een esthetische illusie van het maagdelijke voeden van haar zoon. De aanbidders begrijpen haar als een manifestatie van een hogere realiteit – en als een instrument van bovennatuurlijke kracht.

Een belangrijke factor in hoe mensen het beeld beleefden, had te maken met de context waarin het werd gezien. Uit middeleeuwse teksten blijkt dat de mensen in die tijd heel goed wisten wat er gebeurde terwijl ze naar die beelden staarden. Hun ziel was van dat proces een integraal onderdeel. Niet verwonderlijk dus dat het kijken ook werd gestimuleerd. Augustinus en anderen benadrukten dat een ‘zichtstraal’ de ziener verbond met hetgeen werd gezien en dat er een spirituele transformatie optrad. Margaret Miles legt uit dat, “door het voertuig van de visuele straal, het object niet alleen ‘geraakt’ wordt door de kijker, maar dat het object zelf ook ‘afgedrukt’ wordt op de ziel van de toeschouwer.” Een tekenend voorbeeld is de oproep door Franciscus van Assisi (1182-1226) aan zijn lezers om zich te verplaatsen in Maria, zich met haar te vereenzelvigen: ‘Bekijk haar aandachtig, let erop hoe volhardend ze voor hem zorgt, wijs is, hem voedt en laat zien hoe hij verzorgd moet worden.’

De auteur prijst de deugdzame daden van de voedende Maria en moedigt de aanbidder aan te ‘kijken’ als of hij of zij er werkelijk aanwezig is. Deze teksten behoren ontegenzeggelijk tot de meest invloedrijke aansporingen voor de  visualisatie praktijken, vooral door vrouwen met hun speciale band met de Madonna Lactans. Vrouwen hadden een voorbeeld nodig dat waardig was nagevolgd te worden. Ze moesten zedig zijn als Eva, geletterd zijn als de Maria getoond in St. Alban’s Psalter illustratie van de Maria Boodschap, ze moest net zo gehoorzaam zijn als dezelfde Maria Boodschap en ze moest een goede, onbaatzuchtige moeder zijn zoals de Maria Lactans.

Schilderij Maria Boodschap van Franciso de Goya
Francisco de Goya ‘Maria Boodschap’ 1785

Het op de voorgrond plaatsen van de imaginaire ‘fysieke’ aanwezigheid in de laat middeleeuwse spiritualiteit had als doel de mimesis van de afbeeldingen. Als de perfecte weergave verduidelijkt de Maria Lactans  de intiem belichaamde aspecten van de Franciscaanse zelfopoffering waarvan de imitatie natuurlijk alleen te verwerkelijken was door  vrouwen.

Meditaties op het leven van Christus

Levendige hervertellingen van het evangelie moedigden middeleeuwse lezers aan om zichzelf te visualiseren in de scènes die door de auteurs beschreven werden. Anselm van Lucca (+ 1086) bedacht een nieuwe benadering voor de privégebeden aan Maria. Hij leerde de praktijk van naar binnen speuren waarbij de bidder zijn innerlijk oog gebruikt als hulp bij contemplatieve gebeden tot de Maagd. Hij adviseerde gravin Mathilda van Toscane tot Maria te bidden, mediterend op Maria’s  meest intieme momenten, “… en niet van een afstand ….  maar met haar  innerlijke oog, alsof Mathilda aanwezig was als ooggetuige” (Cecelia M. Dorgers:) Dit soort intieme empathie en contemplatief inzicht is de sleutel om de laat middeleeuwse devotie tot Maria te begrijpen. Ook maakt het duidelijk hoe deze beelden die devotie mogelijk maakten. Devotie vereist een actieve inzet van de zintuigen. Niet voor niets was de liturgie beladen met zintuiglijke signalen waarvan de middeleeuwers de bedoeling zeer wel beseften. Zij begrepen de penetrante geur van wierook, het rinkelen van bellen, het mystieke licht door gebrandschilderd glas, de zang, het geluid van de priesters, gebeden en de veranderingen van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Door dit gecombineerd met de geboden en verboden kreeg de gelovige een bombardement van suggesties.

Iemand die in het begin van de vijftiende eeuw de enorme Florentijnse Kathedraal binnenging ondervond de dubbele voorspraak van Christus en de Heilige Maagd, door een schilderij van Lorenzo Monaco. Maakt de afbeelding de bedoeling niet duidelijk genoeg dan is er nog het opschrift: “Geliefde zoon, vanwege de melk die ik gaf u, ontferm u over hen.” Op het schilderij houdt de Maagd haar borst in haar hand – het instrument van bovennatuurlijke kracht. Dit bovennatuurlijk is letterlijk te op te vatten in fysieke oxytocine die het mentale leven verandert: hechting maar ook de suggestibiliteit die vervolgens lichamelijke reacties teweeg kan brengen.

Het maakt niets uit of de Maria Lactans nu een ruwe fresco is boven een Franciscaner altaar voor een menigte kerstmis vierende pelgrims of een bescheiden tekening van een non voor haar privé-devotie. Het publiek in middeleeuwen en renaissance begreep dat het ook uitgenodigd werd mee te doen aan de voorbede. Zelfs toen het naturalisme terrein won, bleven mensen geloven dat de Maagd-borst een instrument van bovennatuurlijke kracht was en een middel tot communie met het goddelijke.

Franciscus van Assisi geeft  misschien het beste voorbeeld van inlevende devotie. Als vader van de wijdverbreide bedelorde omhelsde hij christelijke armoede en zocht hij navolging van Christus’ lijden. Van hem wordt gezegd dat hij stigmata kreeg nadat hij daarom bad voor een beeld van de gekruisigde Jezus. Ook hier een fysiek gevolg na een contemplatief gebed voor een beeld. De populaire Franciscaanse spiritualiteit benadrukt de menselijkheid van Jezus en omhelst sterke devotie tot zijn menselijke moeder Maria. Deze factoren intensiveren de fysieke aspecten van de middeleeuwse spiritualiteit en koppelen die aan de meditatieve interactie met afbeeldingen waarbij geest, lichaam en ziel in elke zin van het woord volledig ingezet worden.

©Johan Eland / Antiquariaat Lilith
./. Overname van gedeelten is met doorlink naar de bron toegestaan. Alle rechten voorbehouden